Featured
Table of Contents
samenvatting Deze richtlijn is gericht op volwassenen (18 jaar en ouder) in de stervensfase ongeacht de setting waarin zij verblijven. stadia palliatieve zorg. De stervensfase gaat in op het moment dat het overlijden zich onafwendbaar aandient en omvat de laatste dagen (tot zeven dagen) van het leven De aanbevelingen zijn gericht op wat haalbaar is om te doen in de laatste levensdagen
Indien het niet mogelijk is geweest om te anticiperen op het overlijden, dan richt de focus zich op wat nog haalbaar is om patiënt en naasten hierin te begeleiden en te voorkomen dat een stervensfase die iedereen overvalt leidt tot een verstoorde stervensfase en/of rouwproces [richtlijn rouw]. Overweeg deelname aan een multidisciplinaire bespreking en/of consultatie van een interdisciplinair consultatieteam palliatieve zorg voor ondersteuning bij de voorbereiding op de stervensfase.
Zwakte en bedlegerigheid (triviant palliatieve zorg). Tekenen van verminderde circulatie: Zwakke of afwezige pols. Verkleuring van de huid (marmering, circulatievlekken). Verminderde tot afwezige urineproductie. Verminderd bewustzijn. Toenemende en op enig moment onomkeerbare bewustzijnsdaling bij neurologische aandoeningen. Markeer de stervensfase bij voorkeur voordat late symptomen van de stervensfase optreden, zoals reutelen, agitatie/terminaal delier en/of Cheyne-Stokesademhaling
Start, indien dit gebruikt wordt, het Zorgpad Stervensfase of stel een individueel zorgplan op. Zie module module Communicatie en voorlichting aan patiënten en naasten. 2. Na het markeren Bespreek op cultuursensitieve en persoonsgerichte manier het ingaan van de stervensfase, wat dit voor de patiënt en naasten betekent en het afzien van levensverlengende maatregelen..
Exploreer waarden, wensen, behoeften, emoties en zorgen van patiënt en/of naasten, en bespreek de rol van de naasten in de stervensfase en wat zij nog kunnen/willen betekenen, zie de richtlijn voor verder uitleg. basisscholing palliatieve zorg. Geef voorlichting over de stervensfase, welke tekenen en symptomen er kunnen optreden, wat de tekenen van discomfort kunnen zijn en welke symptoombestrijding mogelijk is
bezoektijden, faciliteiten en contactmomenten met zorgverleners. Overweeg de inzet van een professionele tolk bij een taalbarrière Overweeg het gebruik van schriftelijk voorlichtingsmateriaal zoals: De IKNL-folder: De stervensfase en/of; Het voorlichtingsmateriaal over de stervensfase van Pharos en/of; Oog voor naasten. Na het overlijden: Bied ruimte en aandacht voor het delen van emoties.
Bespreek de mogelijkheid van obductie en donatie. Bied na enkele weken een nagesprek aan. 3. Signaleren van symptomenSignaleer symptomen door vragen te stellen, te observeren en te monitoren. Meetinstrumenten (zoals DOS en PAIC15) en indien aanwezig gebruik van het Zorgpad Stervensfase kunnen hierbij helpend zijn. congres palliatieve zorg 2016. 4. Ondersteunende psychosociale en spirituele zorg Schenk aandacht aan de psychosociale en spirituele dimensie
Vraag aan wat of wie de patiënt steun heeft. Wees alert op onderliggende levensvragen of spirituele behoeften van de patiënt bij problemen die zich als lichamelijke, psychische of sociale symptomen presenteren. Verwijs (indien nodig) door naar een gespecialiseerde zorgverlener. Schakel (indien nodig) een geestelijk verzorger of iemand van de levensbeschouwelijke traditie van de patiënt in.
Denk tijdig aan de inzet van (waak)vrijwilligers. recht op palliatieve zorg. Bied eventueel een waakmand/waakdoos aan. 6. Zorg voor zorgverlenersErken de emotionele impact van de zorg rondom het levenseinde op de zorgverlener, heb hier oog voor en maak gebruik van een vorm van nabespreking (zoals CURA, een moreel beraad of een Keek op de week)
Medische en verpleegkundige interventiesVoor het overlijden Laat symptoomverlichting centraal staan in de stervensfase. Beperk medische en verpleegkundige (be)handelingen tot het strikt noodzakelijke. Stop periodieke controles (meten van bloeddruk, pols, temperatuur en saturatie). Geef alleen wisselligging als er sprake is van decubitus. Ga na wat de voorkeurshouding van de patiënt is.
Laat een ICD (Implantable Cardioverter) uitzetten. terminale zorg palliatieve fase gedicht palliatieve zorg quotes. Na het overlijden Buiten de gebruikelijke handelingen heb aandacht voor en geef de ruimte aan de emoties op welke wijze deze dan ook worden geuit (zie ook module Communicatie en voorlichting aan patiënten en naasten. Bied de nabestaanden de gelegenheid om op een persoonlijke manier afscheid te nemen
Voer een afsluitend gesprek, waarin - in afstemming met de nabestaanden - kort wordt teruggeblikt en vragen worden beantwoord. sint augustinus wilrijk palliatieve zorg. Informeer de naasten over de mogelijkheid van een nagesprek en bespreek hoe dit afgesproken kan worden. Informeer eerder betrokken artsen en eventueel andere betrokken zorgverleners over het overlijden van de patiënt
MedicatieAlgemeen Stop medicatie die niet bijdraagt aan comfort en continueer medicatie voor bestaande symptomen. Bespreek met de patiënt en de naasten wat de voor- en nadelen zijn van symptoombestrijding. Geef het stoppen van medicatie door aan betrokken partijen. Overweeg het voorschrijven van medicatie bij discomfort. Zet orale medicatie om in andere toedieningsvormen (zie tabel ”Medicatie in de stervensfase”. thuisverpleging erpe-mere in de richtlijn)
Titreer zoals klinisch geïndiceerd. Evalueer het effect en de bijwerkingen van alle medicatie dagelijks. Specifiek Diabetes Mellitus (DM): Staak insuline bij DM type 2. Halveer de dosering insuline bij DM type 1 met 50% en ga over op 1 dd langwerkende insuline in de ochtend - palliatieve zorg ouderen delft. Bepaal glucose alleen op indicatie, zie voor eventuele actie de richtlijn
Parkinson de ziekte-gebonden richtlijn voor zorg in de stervensfase (zie Richtlijn Parkinson). NB: voor doseringen en volledige informatie zie de richtlijn. 9. Symptoomverlichting Angst Vraag naar gevoelens van angst en observeer tekenen van angst. Behandel somatische oorzaken van angst, zie ook module: 'Behandeling van oorzakelijke en en beïnvloedende somatische factoren' in de richtlijn Angst.
Creëer een rustige en veilige omgeving voor de patiënt en de naasten. Bied steunende contacten door vertrouwde zorgverleners. Indien onvoldoende effect van of ter aanvulling op ondersteunende interventies: start met medicatie (voor middelen en dosering zie richtlijn) - algemene principes van palliatieve zorg. Delier in de stervensfase Algemeen: Behandel een delier in de stervensfase bij discomfort van de patiënt
Behandel indien nog passend onderliggende somatische oorzaken. Niet-medicamenteuze maatregelen hebben de voorkeur: Schep de mogelijkheid voor rooming-in. Zorg voor een rustige, vertrouwde en veilige omgeving. Spreek wanen en hallucinaties niet tegen, benoem en toon begrip Medicamenteuze behandeling: Dyspneu Geef morfine, voeg bij onvoldoende effect midazolam toe. Behandel mogelijke oorzaken van dyspneu indien dit nog zinvol is gezien de prognose.
Bij gebruik zuurstof: ga het gesprek aan over stoppen. Misselijkheid en braken Bepaal het beleid zoveel mogelijk op basis van de oorzaak van de misselijkheid: zie voor een overzicht en doseringen van de geadviseerde middelen de richtlijn - stellingen palliatieve zorg. Houd bij de keuze van het middel ook rekening met interacties met andere medicatie en met effecten op eventuele andere symptomen
Leg uit dat 'dorst’ in de stervensfase vaak een ‘droge mond’ inhoudt. Houd de mond vochtig: bevochtig de mond minimaal 6x daags. Vet de lippen in met vaseline. Pijn Zorg voor een zo goed mogelijke onderdrukking van de pijn. Indien pijn onder controle is: Continueer de reeds gestarte pijnstilling. Wanneer orale inname van opioïden niet (meer) mogelijk of gewenst is: roteer naar s.c toediening.
Bij tekenen van een delier: verminder de dosis of roteer naar een ander opioïd. NB: Zie voor een overzicht en doseringen van de geadviseerde middelen de richtlijn. Reutelen Bespreek dat reutelen kan optreden, benadruk dat het geluid geen teken is van ademnood. Overweeg scopolaminebutyl preventief te geven, zie voor dosering de richtlijn.
Kunstmatige voeding Zie af van het starten van kunstmatige voeding. Staak eerder gestarte kunstmatige voeding. Houd bij het bespreken rekening met de religieuze, etnische en culturele achtergrond van de patiënt en naasten. 10 - verpleegkundige palliatieve zorg vacatures. Organisatie van zorg Structureer en documenteer de zorg, bijvoorbeeld door het opstellen van een individueel zorgplan binnen het bestaande patiëntdossier of indien dit gebruikt wordt door de start van het Zorgpad Stervensfase
Bespreek met de patiënt en/of de naasten wie de regiebehandelaar is. Maak afspraken bij welke klachten welke zorgverlener geraadpleegd kan worden. Leg in de thuissituatie afspraken vast over beschikbaarheid en bereikbaarheid. Breng nauw betrokken zorgverleners op de hoogte dat de stervensfase is aangebroken. Geef na mondelinge uitleg schriftelijke informatie, bijvoorbeeld de folder ‘De stervensfase’ van IKNL.
Bovenstaande symptomen komen niet allemaal naast elkaar voor en bij de ene persoon komen meer signalen voor dan bij de andere. De signalen zijn wel vrij specifiek voor de laatste levensuren of –dagen - palliatieve zorg vlaams brabant. Hieraan vooraf gaat een veel langduriger proces van weken of maanden, waarin ook verschillende signalen het naderende levenseinde aankondigen
Het moment waarop palliatieve zorg start, is vaak lastig te bepalen. Dit kan zijn vanaf het moment dat duidelijk wordt dat iemand niet meer kan genezen. Een andere manier om dit moment te bepalen is met de zogenoemde ‘surprise question’. Dit is het moment waarop het de zorgverleners niet zou verbazen als de cliënt binnen een jaar overlijdt.
Deze afbeelding laat zien dat palliatieve zorg meer is dan zorg in de stervensfase. De vier fasen van palliatieve zorg zijn: De ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is. De focus ligt op het verlichten en onder controle houden van de symptomen - palliatieve zorg ouderen westland. Door de voortschrijdende ziekte verzwakt de cliënt en wordt hij minder mobiel
In deze fase worden beslissingen rondom het levenseinde genomen, bijvoorbeeld het wel of niet toepassen van behandelingen of het wel of niet reanimeren of het wel of niet naar het ziekenhuis gaan bij een calamiteit. vlindernaald palliatieve zorg. Fasen 1 en 2 gebeuren vaak tegelijk, ze lopen geleidelijk in elkaar over. Het is dus niet zo dat er alleen aandacht is voor symptoomcontrole en dat niet naar de behandeling wordt gekeken of andersom
In deze fase verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven. Deze fase duurt meestal slechts een paar dagen, de laatste dagen voor het overlijden. De nazorg voor naasten na het overlijden van de cliënt wordt meestal ook gezien als onderdeel van de palliatieve zorg. De naasten hebben tijd en ruimte nodig om het overlijden van hun dierbare te verwerken.
De palliatieve fase verloopt in grote lijnen op drie verschillende manieren, zoals onderstaande afbeelding in beeld brengt. Bij kanker gaat de achteruitgang aan het eind van de ziekte vrij abrupt - palliatieve zorg in wzc (wondzorg puurs). Bij hartfalen en COPD zijn er perioden van terugval, en vindt het overlijden meestal plotseling plaats. Bij dementie zie je een geleidelijke achteruitgang (bron: Algemene principes palliatieve zorg, Integraal Kankercentrum Nederland, 2010).Bekijk de standaarden en richtlijnen in het Kwaliteitskader palliatieve zorg
Wanneer iemand een levensbeperkende ziekte of kwetsbaarheid heeft wordt er palliatieve zorg geboden. Deze zorg start vanaf het moment dat bekend is dat genezing niet meer mogelijk is. De periode waarin palliatieve zorg wordt gegeven kan lang maar ook kort zijn. Dat hangt af van de onderliggende ziekte of kwetsbaarheid en de fase waarin de persoon zich bevindt.
Palliatieve zorg kent verschillende fases. Deze zijn niet afgebakend. Vaak lopen deze fasen tegelijkertijd naast elkaar en door elkaar heen. Toch zijn er grofweg fases te onderscheiden:Ziektegerichte palliatieve fase: De ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is (palliatieve zorg krantenartikel). Het doel is om de ziekte zo lang mogelijk te remmen, of stil te laten staan, en de gevolgen van de ziekte beperkt te houden
Er wordt geen behandeling meer gegeven om de ziekte te remmen maar wel om de gevolgen (de symptomen) van de ziekte zo veel mogelijk te beperken of te verlichten. Ook voeding en vocht krijgt dan een andere rol. De terminale symptoomgerichte palliatieve fase: In deze fase, ongeveer de laatste 3 maanden voor het overlijden, wordt symptoomverlichting steeds belangrijker en verandert de focus van de zorg verder richting het naderende sterven.
De stervensfase: Deze fase sluit de terminale fase af. Dan verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven. symbool palliatieve zorg. Deze fase duurt meestal slechts enkele uren tot dagen, tot het overlijden. In deze brochure wordt vooral uitleg gegeven over de rol van voeding en vocht in de (terminale) symptoomgerichte palliatieve fase en de stervensfase
De arts/Verpleegkundig Specialist (VS)/Physician Assistant (PA) kan een verwijzing naar een diëtist verzorgen (loesje palliatieve zorg). In deze fase vindt er vaak behandeling plaats om de ziekte te remmen en de gevolgen van de ziekte te beperken. Dit kunnen onder andere operaties en chemotherapie behandelingen zijn. Voeding en vocht zijn een belangrijk onderdeel voor het behoud van conditie en kracht om deze behandelingen aan te kunnen en zoveel mogelijk energie te hebben voor het dagelijks leven
Latest Posts
Palliatieve Zorg Vergoeding
Palliatieve Zorg Senioren Delft
Palliatieve Zorg Senioren Delft